Er zijn een aantal symptomen die er duidelijk op wijzen dat er een PTSS is.
Dit zijn namelijk:

- Vermijdend gedrag.
Mensen met PTSS hebben de neiging om situaties die ze met het trauma associëren te vermijden. Een verkrachtingsslachtoffer mijdt bijvoorbeeld de buurt waar ze werd aangevallen of een veteraan gaat niet naar reünies en kijkt niet naar oorlogsfilms.

Sommige patiënten verdringen de hele gebeurtenis of bepaalde momenten. Dit beschermt tegen de heftige emoties die een traumatische ervaring oproept.
Anderen worden gevoelloos en leven op een automatische piloot. Ze willen er niet over praten en sluiten zich af voor anderen.
Sommigen kunnen ook keihard gaan werken of overmatig gaan drinken. Dit is ook het ontkennen van de gebeurtenis en ervoor wegvluchten.

- Herbeleving van het trauma.
Het trauma kan terugkeren in de vorm van opdringerige herinneringen. Mensen krijgen steeds dezelfde dromen of korte flashbacks waarbij men bijvoorbeeld denkt te worden achtervolgd door de verkrachter.
Als men een geluid hoort, of iets ruikt wat zich herinnert aan de gebeurtenis kunnen patiënten heftige angstreacties hebben. Soms met hartkloppingen en ademhalingsmoeilijkheden, hevig trillen en zweten, verlamd zijn van schrik of de neiging weg te rennen. Hierbij herbeleeft men de traumatische gebeurtenis.

- Belemmeringen in het functioneren.
Mensen met PTSS hebben moeite om in het dagelijks leven te blijven functioneren door de psychologische problemen als depressie en angst, maar ook alcohol- of drugsverslaving.
 

- Voortdurend gespannen of opgefokt voelen.
Sommige patiënten met PTSS worden overdreven waakzaam en klagen over slaap- en concentratiestoornissen. Soms kunnen PTSS-patiënten overdreven reageren op onverwachte gebeurtenissen. Een voorbeeld hiervan is plat op de grond vallen als men een onverwacht geluid hoort.